Fèt ién 't duerp
Bronkdagen
Sacramentsdag is donderdag vóór de “broonk”. De koningin gaat, vergezeld van haar hofdames, huis aan huis een bijdrage vragen voor de aankoop van een cadeau voor de koning. Dit cadeau wordt hem met “Kuüningmèijsjtëke” namens de gehele dorpsgemeenschap aangeboden. Degenen die een bijdrage geven, worden uitgenodigd om aan de koffietafel aan te zitten, die door de koning op de dag van “Kuüningmèijsjtëke” wordt aangeboden.
De dag vóór het uittrekken van de processie ligt het dorp er “opgepoetst” bij. Om klokslag vijf ’s morgens is vanaf het kerkplein al een groep vrijwilligers vertrokken, bewapend met bijlen en zagen, om de circa 1200 “mejje” (berkentakken) te kappen. Deze worden op zondagmorgen langs een gedeelte van de 6 km lange processieroute geplaatst.
Deze tweede zondag na Pinksteren is het hoogtepunt van alle festiviteiten. Om vier uur ’s morgens klinkt het tromgeroffel en klaroengeschal door het dorp. Bij de koning, koningin, de majoor en bij de pastoor wordt door het tamboer- en klaroenkorps de reveille geblazen. Om vijf uur worden de kamers geschoten, ten teken dat men moet opstaan, de “Broonk” begint. Het dorp ontwaakt en maakt zich op voor de sacramentsprocessie. De koning wordt door de schutterij en harmonie aan huis afgehaald. Nadat de majoor zich bij de koning heeft gemeld, wordt door de harmonie en het tamboer- en klaroenkorps het Wilhelmus gespeeld. Hierna volgen de inspectie van de schutterij, waarna de koning de schutterij trakteert op een “dröpke”. Hierna wordt afgemarcheerd naar het kerkplein waar de verschillende groepen zich opstellen. Vooraan twee luitenant-kwartiermeesters te paard, gevolgd door de “vier biélmaander” en hun commandant. De processie zet zich op het vastgestelde uur op commando van de majoor in beweging. Langs de route zijn zes rustaltaren opgericht. In de buurt hiervan bevindt zich een versperring. De twee kwartiermeesters rijden een flink eind voor de processie uit, want zij moeten een onbelemmerde doortocht waarborgen. Zodra zij een obstakel ontdekken, rijden ze terug en melden dit aan de commandant van de “biélmaander”, waarna de twee kwartiermeesters, de “biélmaander” en het tamboer- en klaroenkorps in versnelde pas voorwaarts gaan om de hindernis op te ruimen. Bij elk “hêlligerhûiske” (rustaltaar) zingt het koor het “Tantum Ergo”.
De “hiémelwach” van de schutterij, bestaande uit een sergeant en vier grenedeers, lost tijdens de zegen met het Allerheiligste een eresalvo. Dan volgt het salvo van de “aachterwach” waarna het, aan het hoofd van de processie marcherende, blauwe peloton een salvo lost en als laatste een salvo volgt van het rode peloton. De processie trekt vanaf de kerk over de Rijksweg tot aan de molen, door het Vroendel, de Kampweg en over de Voerenweg richting Rijckholt. Via de Steenstraat keert men weer terug naar de Rijksweg, richting Gronsveld. Het laatste rustaltaar is aan de kasteelpoort te Gronsveld. Na de sluiting van de processie in de kerk met het zingen van het Te Deum en de Tantum Ergo van Scherpenheuvel, volgt op het kerkplein op commando van de majoor de “Ginneroal Sjersj” (Generale Charge): een salvo van beide pelotons ter ere van de stichter van de Schutterij, graaf Justus-Maximilaan van Bronckhorst. Hierna wordt de koning door de schutterij naar zijn huis begeleid, waarna hij de schutterij trakteert. Hierna zijn de officiële feestelijkheden van deze dag ten einde.
De festiviteiten worden op Bronkmaandag voortgezet met om tien uur de “Sjöttendeens” (Schuttenmis), die wordt opgedragen voor de levende en overleden “sjötte”. Vóór de Schuttenmis wordt de koning door de schutterij aan huis afgehaald. In voorgaande dagen ging de blauwe compagnie voorop. Na de mis gaat de rode compagnie voorop. De parochieherder gaat na de mis, op aanwijzing van de secretaris, over tot het zegenen van de graven van de overleden “sjötte”. De vaandeldrager beweegt daarbij het schuttenvaandel in zachte golving over het graf. Gedurende deze zegening speelt de harmonie de Marche Funèbre, waarna een klaroenblazer van het tamboer- en klaroenkorps de Last Post speelt. Hierna wordt in processiemars afgemarcheerd naar de gemeentelijke begraafplaats. Ook hier worden de graven van de overleden “sjötte” gezegend. Na het officiële gedeelte wordt er in marstempo afgemarcheerd naar het kerkplein, waar de schutterij zich opstelt voor de inspectie en het geven van een “sjersj” ter ere van de parochieherder. Deze “sjersj” wordt gegeven door de beide pelotons, nu op commando van de kapitein-adjudant van de majoor.
Het officiële gedeelte van de “Broonk” is ten einde. Het tamboer- en klaroenkorps vertrekt nu richting de “paol”, die door de herder van de parochie is geplaatst. De “biélmaander” kunnen nu aan de slag. De harmonie begint ondertussen te spelen en de jongste officier vraagt de koningin om met hem de “rej” te openen. Hierna wordt in marstempo afgemarcheerd naar een door de “uüverighèid” aangewezen café, waar de “sjötte” hun vierjaarlijkse inlage kunnen betalen. Zij worden door de schutterij onthaald op schuttenbier, dat uit de kas van de schutterij wordt betaald. Nieuwe leden kunnen zich hier opgeven om opgenomen te worden in de broederschap door zich “sjöt” te laten maken. Om circa 16.00 uur wordt aangetreden voor het “paolhoûwe”. De route van het “paolhoûwe” is zodanig gekozen dat men vanaf het café waar het “sjöttebeer” geschonken is, de kortste weg moet nemen naar het huis van de koning. Dit is een verworden recht van de koning. De koning kan er ook voor kiezen dat de laatste “paol” bij hem wordt “gehoûwe”. De “biélmaander” zijn intussen gereed om het ruimen van de hindernissen op een meer ludieke wijze voort te zetten. Iedereen trekt mee als de geplante palen in het dorp worden omgehakt. De rest van de dag wordt doorgebracht met “rejje” (reidansen), muziek maken, “paol-hoûwe”, of het drinken van een glas bier of een “dröpke van de paol” (jenever).
Op Bronkdinsdag wordt rond het middaguur weer aangetreden om de resterende “paole te hoûwe”. Als de laatste “paol ês gehoûwe”, wordt de majoor, vergezeld door de schutterij en een grote groep feestvierenden, die zich als een lang lint door het dorp beweegt, naar huis gebracht. Bij zijn huis aangekomen spreekt de majoor een dankwoord en sluit hij de bronk officieel af.
Paasmaandag
vogelschieten
Koningmeisteken